Per 1 januari 2020 wordt duidelijk hoe de nieuwe wetten en spelregels worden rondom inhuren van zelfstandig professionals. In een brief aan de Tweede Kamer hebben de minister en staatssecretaris van SZW op 9 februari jl. het tijdspad aangegeven waarbinnen de arbeidsverhouding van de zp’er duidelijk moet zijn.

Drie soorten contracten met zp’ers

Per 1 januari 2020 moeten de nieuwe regels over de arbeidsverhouding van de zp ‘er in werking treden.  De gedachten in het regeerakkoord gaan uit naar een model dat bestaat uit drie lagen:

  1. Een arbeidsovereenkomst voor de zp’er met een laag declarabel tarief (uurtarief € 15 tot € 18,-) eventueel gecombineerd met werkzaamheden voor een periode van drie maanden of langer. Waarbij de werkzaamheden ook mede worden uitgevoerd door overige werknemers.
  2. Een overeenkomst van opdracht of aanneming van werk voor de zp’er met een hoog declarabel tarief (uurtarief € 75,- of hoger), eventueel gecombineerd met werkzaamheden voor een kortere periode (maximaal één jaar). Waarbij de werkzaamheden ook niet mede worden uitgevoerd door overige werknemers.
  3. Een opdrachtgeversverklaring via een webmodule. Een verklaring, afgegeven door de opdrachtgever, over de aard van de werkzaamheden door de zp’er. Op basis van deze verklaring krijgt de opdrachtgever een vrijwaring van de Belastingdienst voor in te houden loonheffing en betaling premie werknemersverzekeringen.

Byebye Wet DBA

Voor de zomerperiode willen de bewindslieden nog een notitie op hoofdlijnen sturen, zodat een wetsvoorstel in het voorjaar van 2019 in behandeling kan worden genomen. In de notitie op hoofdlijnen zal ook worden ingegaan op de arbeidsverhouding van de zp’er. Duidelijk is nu dat de handhaving van de Wet DBA (Wet Deregulering beoordeling arbeidsrelatie) verder wordt opgeschort van 1 juli 2018 tot 1 januari 2020.

Maak ‘t niet te bont

Situaties van ernstige kwaadwilligen zal de Belastingdienst wel bestrijden. Vanaf 1 juli 2018 zal de Belastingdienst ook situaties aanpakken waarbij zij onderstaande drie criteria tegelijktijdig  kan bewijzen:

  1. Er is sprake van een (fictieve)dienstbetrekking; en
  2. Er is sprake van evidente schijnzelfstandigheid; en
  3. Er is sprake van opzettelijke schijnzelfstandigheid.

Na invoering van de nieuwe maatregelen per 1 januari 2020 zal ook een periode van één jaar in acht worden genomen voordat de Belastingdienst zal handhaven. Nog even geduld dus voor je precies weet waar je aan toe bent.